La Gomera is met zijn 378 km² en 21.220 inwoners (anno 2004) het op één na - El Hierro (of “Ferro”) - kleinste bewoonde eiland van de Canarische Eilanden in de Atlantische Oceaan voor de kust van Afrika.
Het eiland is ongeveer cirkelvormig, ongeveer 24 km in doorsnee en met als hoogste punt de 1487 meter hoge Garajonay. De vulkanische oorsprong is nog zeer goed te zien. Qua vorm lijkt het op een geschilde sinaasappel waarvan de partjes van elkaar zijn losgemaakt zodat er diepe ravijnen (barranco’s) tussen vallen, die bekleed zijn met ‘laurisilva’, regenwoud van laurierbomen.
Ook de hoogvlakte is dichtbebost, en is bijna permanent gesluierd in wolken en rondwervelende mist (zie foto’s), die een weelderige en diverse begroeiing mogelijk maken, waaronder het grootste nog samenhangende laurierbomenbos op Aarde. Samen met de barranco's is dit het beschermde ‘Nationaal Park Garajonay’, dat als ‘wereldnatuurerfgoed’ erkend wordt door de ‘UNESCO’. Over de hellingen lopen kriskras allerlei paden die verschillende uitdagingen bieden aan wandelaars, en de volhouder belonen met verbluffend mooie uitzichten.
Het middengebergte vangt het vocht van de wolken van de passaatwind en schept een jungleklimaat, rijk aan begroeiing hoog in de koelere lucht, in contrast met de warmere zongeblakerde kliffen rond het zeeniveau.
Tussen deze uitersten bevindt zich een boeiende variatie aan begroeiing, en de Gomeranen hebben eeuwenlang de lagere niveaus in cultuur gebracht, het water gekanaliseerd voor bevloeiing van het land voor hun wijnranken, groenten en fruit, zoals bananen. Doch in de jaren 1960 en ‘70 trokken veel mensen echter naar de stad, en veel bouwland ligt nu braak. Sommige afgelegen dorpen zijn geheel verlaten.
Het eiland is ongeveer cirkelvormig, ongeveer 24 km in doorsnee en met als hoogste punt de 1487 meter hoge Garajonay. De vulkanische oorsprong is nog zeer goed te zien. Qua vorm lijkt het op een geschilde sinaasappel waarvan de partjes van elkaar zijn losgemaakt zodat er diepe ravijnen (barranco’s) tussen vallen, die bekleed zijn met ‘laurisilva’, regenwoud van laurierbomen.
Ook de hoogvlakte is dichtbebost, en is bijna permanent gesluierd in wolken en rondwervelende mist (zie foto’s), die een weelderige en diverse begroeiing mogelijk maken, waaronder het grootste nog samenhangende laurierbomenbos op Aarde. Samen met de barranco's is dit het beschermde ‘Nationaal Park Garajonay’, dat als ‘wereldnatuurerfgoed’ erkend wordt door de ‘UNESCO’. Over de hellingen lopen kriskras allerlei paden die verschillende uitdagingen bieden aan wandelaars, en de volhouder belonen met verbluffend mooie uitzichten.
Het middengebergte vangt het vocht van de wolken van de passaatwind en schept een jungleklimaat, rijk aan begroeiing hoog in de koelere lucht, in contrast met de warmere zongeblakerde kliffen rond het zeeniveau.
Tussen deze uitersten bevindt zich een boeiende variatie aan begroeiing, en de Gomeranen hebben eeuwenlang de lagere niveaus in cultuur gebracht, het water gekanaliseerd voor bevloeiing van het land voor hun wijnranken, groenten en fruit, zoals bananen. Doch in de jaren 1960 en ‘70 trokken veel mensen echter naar de stad, en veel bouwland ligt nu braak. Sommige afgelegen dorpen zijn geheel verlaten.
De Gomeranen hebben een unieke manier om over de brede barranco's (valleien) te communiceren met een wonderlijk soort ‘gefloten spraak’ genaamd ‘Silbo’. Deze is uitgevonden door de oorspronkelijke bewoners van het eiland, de Guanches, werd overgenomen door de Spaanse kolonisten in de 16° eeuw en overleefde het uitsterven van de Guanches. Toen vroeg in de 21° eeuw dit unieke communicatiemedium op het punt stond uit te sterven verplichtte het lokale bestuur alle kinderen om het op school te leren.
In het bekendste dal van het eiland, de ‘Valle Gan Rey’ (dal van de grote koning), bevindt zich een commune van hippies, die gedeeltelijk in grotten langs een strand, de zogenaamde Varkensbocht, wonen.
Wij bleven voor ons kort bezoek aan La Gomera in de hoofdstad en bezochten ‘Casa de Colón’ in de Calle Real (de hoofdstraat) en een bezoek aan de gotische verdedigingstoren: ‘Torre del Conde’ gebouwd in 1447 en gerestaureerd in 1997. Op de Plaza de Las Américas in de schaduw van de immense laurierbomen is het fijn te vertoeven met een verfrissend drankje. Voor een bezoek aan het eiland zelf komen we volgend jaar zeker terug, want om 13 uur kwamen Per en Kari wat zeilherinneringen uitwisselen. Een flesje ‘Miel de Palma’ het typische product van La Gomera kenden we niet, maar Per en Kari bracht ons er eentje mee en bezorgde me lekkere recepten. Zij zeilden 25 jaar vertrekkende vanuit Noorwegen en zijn uiteindelijk verliefd geworden op dit kleine eiland, waar ze nu een vaste woonplaats hebben in Playa Santiago.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten